Rijksmonument
Een gedeelte van het grondgebied van Park valt binnen het Rijksmonument ‘terrein met aanleg vliegveld Deelen’. Op zich niet verwonderlijk, want de Duitse bezetters hebben in 1940 voor de aanleg van een militair vliegveld ‘Fliegerhorst Deelen’ bijna een derde van het toenmalig grondbezit van Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe in beslag genomen. Na WOII is een deel van de gronden weer teruggegeven aan de Stichting. De Staat behield het eigendom van het militaire vliegveld (vliegbasis Deelen) en de Terletse heide.
Goed kijken
Toch is er van dit Rijksmonument nog maar een klein deel zichtbaar in het Park. Door bombardementen in 1944 waren de start- en rolbanen al ernstig beschadigd. Na de oorlog liet de Staat de rolbanen in het Park opbreken. De Heidemij kreeg opdracht tot sloop van de Duitse gebouwen en infrastructuur op terreindelen die aan de natuur werden teruggegeven.
Gracht
Alle bovengrondse delen van gebouwen zijn afgebroken en bestrating is verwijderd, ook de rails van het spoorlijntje is opgebroken. Een deel van het tracé van het spoorlijntje is als dijklichaam nog wel herkenbaar in het landschap. Een (betonnen) waterbassin voor opvang regenwater van het vliegveld ligt als soort ‘gracht’ in het landschap. Er zijn nog enkele bunkers aanwezig in het Park, die doen nu dienst als onderkomens voor vleermuizen en zichtbaar zijn vanaf het pad. Ook het zinkgat en de opstelplaatsen van vliegtuigen zijn vanaf enkele wandelpaden te zien. Een deel van de rolbanen maakt nog deel uit van het (fiets- en wandel)padennetwerk van het Park.
Weinig bekendheid aan WOII erfgoed
Het WOII erfgoed trok in de vorige eeuw vooral (amateur)onderzoekers met metaaldetectoren. Het Park gaf -mede daarom- weinig bekendheid aan het erfgoed uit die periode. Mogelijk zijn er in het Park nog wel relicten aanwezig onder de grond, die niet alleen archeologisch, maar ook ecologisch waardevol zijn. De Duitse gebouwen en infrastructuur zijn aan het verschil in vegetatie vaak nog goed in het landschap terug te zien. Op voormalige rolbanen staat de heide er gezond bij. Bijzondere (en vaak zeldzame) planten staan vooral op plekken waar gebouwen hebben gestaan. Na de sloop en sanering van gebouwen en infrastructuur zijn er kalk en mineralen van gesteente in de bodem achtergebleven, die zelfs 75 jaar later nog beschikbaar zijn voor planten. Zo ontstond in het Park het idee om steenmeel te strooien voor herstel van de bodemmineraliteit en biodiversiteit.
Fliegerhorst Deelen
Begin 20e eeuw, in aanloop naar 75 jaar bevrijding, groeide de interesse voor de Tweede Wereldoorlog bij een steeds breder publiek. Binnen dit erfgoed is het voormalig ‘Fliegerhorst Deelen’ een bijzonder en zeer omvangrijk ensemble. Het was een van de grootste Duitse militaire vliegvelden tijdens WOII in Europa. Dit vliegveld is vooral bekend vanwege de technische ontwikkeling van het nachtelijk vliegen, de radar en radiopeiling.
Het ensemble betreft niet alleen het terrein van het vliegveld met start- en landingsbanen en rolbanen met opstelplaatsen voor vliegtuigen. Daaromheen lagen tal van complexen met onderkomens voor officiers, manschappen, werkplaatsen en munitiedepots. De Duitsers trachtten het vliegveld te camoufleren door deze complexen de uitstraling te geven van agrarische nederzettingen. Op enige afstand lagen nog diverse stellingen voor luchtdoelartillerie (FLAK-stellingen) en radarstellingen (Teerozen). Het ensemble is nu in handen van zeker tien verschillende grondeigenaren.
Relicten in het Park
Ruim een derde deel (36%) van de uiteindelijke omvang van ‘Fliegerhorst Deelen’ valt binnen de huidige grenzen van het Park. Het betreft onder andere verschillende rolbanen met opstelplekken en hangars, een groot deel van het tracé van het spoorlijntje, munitiedepots en verschillende FLAK-stellingen. Vrijwilligers van het Park hebben zich afgelopen jaren steeds meer verdiept in de periode WOII binnen het Park. Voor het Park (beleid, beheer en bezoekersmanagement) is het steeds relevanter om exact te weten waar mogelijke (ondergrondse) relicten van het erfgoed zich bevinden. Met subsidie van provincie Gelderland heeft Greenhouse Advies deze zo goed mogelijk de locaties van voormalige gebouwen en structuren uit die periode in GIS (geografisch informatie systeem) gezet. Aan de hand van die informatie, zijn locaties in het makkelijker terug te vinden in het veld en ‘te lezen in het landschap’.