Liggende vleugeltjesbloem

Flora

De liggende vleugeltjesbloem is een vrij zeldzame soort voor zowel Nederland als voor Het Nationale Park De Hoge Veluwe.

Foto gemaakt door: Tijmen Majoor

Soortnaam

Liggende vleugeltjesbloem

Wetenschappelijke naam

Polygala serpyllifolia

De liggende vleugeltjesbloem in het Park

In het Park is de plant met name te vinden op het Braamsveld en het Deelense Veld, in de buurt van de graven van het echtpaar Kröller-Müller en op oude akkers. Hij groeit vooral op plekken waar beheer is uitgevoerd, zoals maaien en plaggen.

Uiterlijke kenmerken

De plant heeft kleine, vreemd gevormde, bloemen. Ze staan in dichte trosjes aan het eind van de stengels. De kleur kan bleek- of helderblauw zijn, wit of roze. Twee van de vijf kelkblaadjes zijn groot en gekleurd en staan als vleugeltjes uit. Na de bloei vouwen deze blaadjes zich om de vrucht en worden ze groen.

De vruchten van de bloem hebben een klein mierenbroodje. Dit is een uitgroeisel van zaden of vruchten van sommige plantensoorten, dat als voedsel kan dienen voor mieren. De mieren verslepen de vruchten en helpen zo de zaden van de Liggende vleugeltjesbloem te verspreiden.

De plant wordt 5 tot 25 cm hoog.

Functie/nut

Vroeger werd gedacht dat de liggende vleugeltjesbloem het melkgevend vermogen van het vee bevorderde. Polus komt uit het Grieks en betekent veel, gala betekent melk (en serpyllifólia betekent tijmbladig).

Herkomst

Oorspronkelijk inheems

Habitattype

De liggende vleugeltjesbloem is een plant van het vochtige heidelandschap. Hij groeit in ons land veelal op open, grazige plekken in vochtige tot natte heidevelden, vaak op lemige grond en vooral op plekken waar de vochtigheidstoestand vrij sterk wisselt. Hij kan ook in droge heide voorkomen en in nat schraalgrasland, zoals in het Park.

In Nederland is hij vooral op glooiingen te vinden, bijvoorbeeld in overgangen van heide- naar moerasvegetaties. Verder staat hij soms in schrale bermen en drassige, onbemeste hooilanden.

Bodem

Voedselarme, zure tot zwak-zure grond (zand, leem en veen). Heide (natte heide, grazige plaatsen), grasland (heischraal grasland en nat, onbemest hooiland), bermen (schrale plaatsen), glooiingen en afgravingen (leemkuilen).

Bloeitijd

Van mei tot en met september

Levensduur

Overblijvend

Beschermde of bijzondere soort

Deze soort staat op de Rode Lijst als kwetsbaar. Sinds 1950 is de soort landelijk zeer sterk in aantal achteruitgegaan. Dit komt vooral door ontginning. Doordat heide op leem na ontginning goede landbouwgrond oplevert, is veel van de grond waarop het plantje voorkwam, ontgonnen.

Interessant voor jou

Beenbreek is een zeldzame plantensoort van natte, zure en voedselarme gronden in heide- en veengebieden.