Wespendief

Fauna

Foto gemaakt door: Tijmen Majoor

De wespendief is een schuwe vogel die je niet vaak ziet.

Wetenschappelijke naam

Pernis apivorus

De wespendief in het Park

De wespendief komt naar Het Park om er te broeden. Ze blijven vier maanden in Nederland en overwinteren in Afrika.

In 2024 hebben leden van de Faunawerkgroep gepost op locaties verspreid door het Park. Daarnaast zijn nog veel losse tellingen uitgevoerd. Exacte broedlocaties blijven lastig vast te stellen. De tellingen leverden acht territoria op. 

Hoewel het landelijk niet goed gaat met de aantallen wespendieven, zijn er factoren die gunstig zijn. Een daarvan is een gevarieerd bos. Het Park zet hier met zijn beheer al jaren op in. Ook de toenemende oude bossen zijn aantrekkelijk voor deze roofvogel. 

Foto gemaakt door: Tijmen Majoor

Uiterlijke kenmerken

Zowel mannetjes als vrouwtjes zijn zo’n 52-60 cm groot, hun vleugels hebben een spanwijdte van 118-150 cm. Ze wegen zo’n 450 tot 1000 gram. 

Het verenkleed kan variëren, maar heeft donkerbruine bovendelen. Sommige onderdelen zijn helder en scherp donkerbruin getekend, soms helemaal bruin of wit. De kop is asgrijs bij mannetjes en bruin bij vrouwtjes. De ogen zijn geel en de snavel is zwart. 

De wespendief lijkt als hij vliegt op de buizerd, maar heeft langere en smallere vleugels en een langere staart. Ze hebben een kleinere kop dan een buizerd. De kop doet denken aan een duivenkop. In de staart heeft de wespendief drie duidelijke brede, donkere banden: twee bij de staartbasis en een brede eindband. Bij jonge vogels zijn dat er nog vier.

Voeding

Wespendieven zijn echte voedselspecialisten. Ze zijn afhankelijk van de aanwezigheid van vrij levende wespen, bijen en hommels. 

Hij zoekt wespen- en hommelnesten tijdens het vliegen of vanuit een uitkijkpost en graaft ze daarna uit en open met zijn klauwen. Raten neemt hij mee naar zijn nest. 

Ook andere soorten staan op het menu, zoals kevers , kleine zoogdieren, reptielen, eieren en jongen van vogels. En bij slecht weer ook amfibieën met voorkeur voor kikkers. 

De stijve schubachtige kopveren en dikke huid op zijn poten voorkomen dat de wespendief gestoken wordt als hij op bijen en wespen jaagt. 

Gedrag

Wespendieven zijn bekend vanwege de ‘luchtdans’ die ze boven hun territorium uitvoeren. Dit heet ook wel vlinderen. Ze klappen boven hun lichaam snel met hun vleugels tegen elkaar en verliezen zo even hoogte. Vlinderen heeft waarschijnlijk een signaalfunctie voor de balts, maar hier is weinig over bekend.

Geluid

De roep van het mannetje is een melancholiek, drielettergrepig gefluit.

Leefgebied

Wespendieven leven in loofbossen en gemengde bossen, met open plekken, heide, hoogvenen en graslanden. Ook houden ze van moerasbossen en kleinschalige cultuurlandschappen met bos. Ze komen vooral op (de hogere) zandgronden voor. 

Foto gemaakt door: Tijmen Majoor

Trek

Om te broeden komen wespendieven vanaf mei voor ongeveer vier maanden naar Europa, rondom de Zwarte en Kaspische Zee en in de oostelijke helft van Rusland. In Nederland, en dus ook in het Park, is het een schaarse vogel.

De najaarstrek is van (eind) juli tot september/oktober. Hij vliegt dan van Europa via het Iberisch Schiereiland, de Balkan en Italië naar Afrika. In tropisch Afrika overwintert hij in bossen en bossavannen.

De wespendief is een late trekvogel. Hij vliegt wanneer de meeste andere vogelsoorten al naar hun broedgebied zijn gevlogen. De najaarstrek valt wel gelijk met die van andere vogelsoorten. 

Eind augustus en begin september is er in bepaalde jaren een massale doortrek van noordelijke vogels, met name in de zuidoosthelft van het land. Net als in het voorjaar hangt dit samen met de weersomstandigheden, waarbij krachtige oostenwinden soms voor een toestroom van trekkers boven Nederland zorgen. 

Paren, broeden en geboorte

De wespendief bouwt jaarlijks een nest of knapt oude nesten op. Hij nestelt in de kruin van hoge loof- en naaldbomen. De vogel heeft meestal maar één legsel, vaak met één tot drie eieren. Deze zijn wit tot crèmeachtig-geelbruin.

De broedtijd is juni-juli, en het broeden duurt 30 tot 35 dagen. De jongen vliegen uit tot in september. Ze zijn ‘vliegvlug’ als ze 40 tot 44 dagen oud zijn. Na het uitvliegen blijven ze nog 14 dagen bij de ouders. De broedtijd is kort vergeleken met die van andere trekvogels.

De broedverspreiding is lastig in kaart te brengen. Enerzijds doordat een aanzienlijk deel van de vogels niet tot broeden komt en anderzijds omdat het opsporen van broedgevallen erg veel tijd kost. 

Beschermde of bijzondere soort

De wespendief is een Natura 2000-broedvogelsoort. Op de Rode lijst staat hij als beschermde soort.

Ondanks dat de wespendief in steeds meer gebieden in ons land voorkomt, nemen de aantallen sinds 1990 vermoedelijk licht maar gestaag af, net als in veel gebieden elders in Europa.

Foto gemaakt door: Sem Rijnhout

Interessant voor jou