Om te zorgen voor gevarieerde bossen, worden in het Park bomen aangeplant. Dit gebeurt echter op kleine schaal. De nadruk ligt op natuurlijke verjonging: het laten opkomen van bomen die dat ‘vanzelf’ doen.
De inlandse eik wordt wel op beperkte schaal aangeplant en beschermd. De natuurlijke verjonging komt namelijk moeizaam van de grond doordat het wild graag jonge eiken eet. Om de jonge aanplant te beschermen, gebruiken we elektrische rasters en boomkokers.
Meer variatie
De voorheen monotone bossen van het Park zijn gevarieerder geworden, doordat natuurlijke opslag van andere boomsoorten bij het (uit)dunnen van het bos de kans krijgt om door te groeien. De variatie in boomsoorten is nu groter dan voorheen en door wisselend sterk en minder sterk te dunnen ontstaat veel afwisseling in dicht en open, licht en donker bos.
Het dunnen zorgt voor meer variatie in het bos door mengingen van boomsoorten, maar ook door menging van bomen van verschillende leeftijden en diktes. Door minder te oogsten dan er bijgroeit krijgen bomen kans oud te worden en zien we meer dode stammen in het bos. Het bos wordt daardoor gevarieerder en natuurlijker. Het hout dat het Park oogst, wordt verhandeld. Het geld dat we hiermee verdienen, wordt gebruikt om het beheer van het Park te financieren.