Het beheren van de vegetatie betekent dat je waar nodig soorten verwijdert, om ruimte te bieden aan andere soorten of om te zorgen voor een grotere variatie van de begroeiing. Een deel van dit beheer wordt op natuurlijke wijze gedaan door de grazers van het Park, zoals de herten, reeën en wilde zwijnen.
Moeflon
Het huidige teveel aan stikstof zorgt ervoor dat de grove den goed gedijt. Voorheen werden deze begraasd door de moeflons. Door de komst van de wolf zijn nagenoeg alle moeflons in het Park gedood. Hierdoor groeien de open ruimten die door de moeflons werden begraasd, sneller dicht. Open heide- en stuifzandgebieden staan daarom onder druk.Â
Dennenscheerders
Vanaf de jaren zeventig verwijderen de ‘dennenscheerders’ van de Vereniging Vrijwilligers van De Hoge Veluwe actief dennen in de open terreinen om dichtgroeien te voorkomen. Doen ze dat niet, dan groeit de heide binnen de kortste keren dicht, met als gevolg dat de heidevelden en stuifzanden verdwijnen en er relatief eenzijdige dennenbossen voor in de plaats komen. Eenzijdig wil zeggen: met weinig verschillende soorten flora en fauna.Â
Andere maatregelen
Daarnaast wordt er sinds eind jaren '70 in het Park op de heidevelden geplagd om vergrassing (overwoekering van heideplanten door grassoorten) tegen te gaan. Ook wordt er gemaaid en gebrand.