Wetenschappelijke naam
Martes martes
Boommarters in het Park
In het Park is een aantal plekken waar boommarters zitten. Maar het is lastig om ze te spotten, want ze laten zich zelden zien. De Faunawerkgroep van het Park zoekt elk jaar naar sporen van het dier, zoals uitwerpselen, afgebeten vogelveren, prooiresten en haren rond gaten in bomen. In 2024 vond de werkgroep op verschillende plekken sporen, en een enkele jonge marter. Hierover kun je meer lezen in het Faunajaarverslag 2024.
Het late voorjaar en de zomer is de beste periode om boommarters waar te nemen. De vrouwtjes moeten dan veel voedsel vangen voor hun jongen en de jongen spelen buiten in de buurt van het nest.
Uiterlijke kenmerken
De boommarter is qua grootte gelijk aan een huiskat, maar heeft veel kortere poten. De sterk behaarde, volle pluimstaart neemt bijna een derde van zijn totale lengte in beslag.
Hiermee kan het dier goed zijn evenwicht bewaren bij het achtervolgen van een prooi in de bomen. Zijn kop is spits en hij heeft vrij grote oren en ogen. De poten en snuit zijn bijna altijd donkerder dan de koffie- tot roodbruine vacht (met grijsbruine ondervacht). Opvallend is de gele, soms bijna witte bef.
In het Park leven naast boommarters ook steenmarters. Ze lijken op elkaar, maar er zijn een aantal verschillen. Zo heeft de boommarter grotere oren dan de steenmarter. De boommarter heeft een bruine snuit en de steenmarter een roze. En tot slot heeft een steenmarter een lichtere bef.
Gedrag
Boommarters kunnen heel goed klimmen en zijn de enige zoogdieren die eekhoorns door de boomkruinen kunnen achtervolgen en vangen. Ook zitten ze vaak achter elkaar aan: mannetjes die elkaar in de paartijd beconcurreren, mannetjes die vrouwtjes versieren en jonge boommarters die elkaar achtervolgen en zo hun klimkunsten oefenen. Ze kunnen daarbij meterslange luchtsprongen maken. Bij een val landen ze altijd op hun poten.
Bij het klimmen in bomen grijpt de boommarter zich met z’n nagels vast in de schors en beweegt met schokkende bewegingen vanuit zijn achterpoten omhoog. Dankzij een speciaal heupgewricht is hij bovendien goed in staat om op boomstammen naar beneden te lopen.
De boommarter jaagt ook op de grond. Hij is een opportunistische voedselzoeker, die binnen zijn territorium zijn maaltijd bij elkaar scharrelt en eet wat beschikbaar en makkelijk te bemachtigen is. ‘s Nachts legt hij afstanden van 2 tot 7 km af en soms wel 20 km.
Boommarters zijn vooral ’s nachts en in de schemering actief, maar met name ’s zomers kunnen ze ook overdag actief zijn.
Ze leven solitair, alleen in de paartijd zijn het mannetje en vrouwtje een paar dagen samen. Dan rennen, klimmen, grommen en miauwen ze veelvuldig. Het vrouwtje paart meestal met meerdere mannetjes en zoekt dan de eenzaamheid weer op.
De marters hebben geurklieren op verschillende plekken op hun lichaam, waaronder de zolen van de achterpoten en de buik. Ze laten bewust geuren achter ter markering van hun territorium.
Paren en geboorte
De paartijd is van juli tot half augustus. De draagtijd duurt acht tot tien maanden. Na de bevruchting deelt de eicel zich een aantal keer en gaat dan in rust. Rond januari nestelt de eicel zich in de baarmoederwand en vanaf eind februari/begin maart ontwikkelt het embryo zich verder. Dit heet ook wel verlengde draagtijd.
De jongen (een tot vijf stuks) worden eind maart tot eind april geboren. De moeder kiest daarvoor een geschikte nestboom die via andere bomen goed bereikbaar is. Zo kan ze verschillende routes kiezen naar het nest. De nestboom heeft bij voorkeur meerdere holtes, bijvoorbeeld verlaten spechtenholen of natuurlijke holtes die met elkaar verbonden zijn. Je kunt een nestboom herkennen aan de latrine: op een tak vlak bij het nest groeit een stapeltje drollen. Meestal kiest de boommarter voor een eik, beuk of den.
In het begin zijn de jongen blind en kaal. Na vijf weken gaan hun ogen open en gaan ze de buitenwereld verkennen. Aan het eind van de zomer zijn de jongen net zo groot als hun moeder, maar hun vacht blijft nog een poosje lichter van kleur en wolliger dan die van een volwassen dier. Vanaf september leven ze zelfstandig. Mannetjes zijn na twee jaar geslachtsrijp, vrouwtjes na drie jaar.
Voedsel
De boommarter scharrelt zijn voedsel bij elkaar door te eten wat hij tegenkomt. Zijn dieet bestaat uit insecten, vogels en eieren, kleine zoogdieren (van muizen tot konijnen), aas en af en toe een eekhoorn. In de nazomer en herfst eet hij veel bessen en vruchten.
Foto gemaakt door: Wim Weenink
Leefgebied
In bomen en bossen voelen boommarters zich thuis. Hun schuilplaats bestaat meestal uit een holle boom, maar ook wel uit konijnen-, vossen- of dassenholen. Of tussen boomwortels of onder takkenbossen. Ze leven bij voorkeur in oude bossen zoals die in het Park, waar veel boomholtes zijn. Ze komen zowel in loof- als naald-, als gemengd bos voor.
Volwassen boommarters zijn territoriaal richting soortgenoten van hetzelfde geslacht. Territoria van dieren van hetzelfde geslacht overlappen elkaar niet of nauwelijks. Wel is er overlap tussen het territorium van een mannetje en dat van vrouwtjes.
De leefgebieden van boommarters kunnen sterk variëren in grootte, van 50 tot 2860 hectare.
Leeftijd
Boommarters kunnen een jaar of veertien oud worden.
Beschermde of bijzondere soort
De boommarter is zeldzaam in Nederland. Er zijn aanwijzingen dat zijn verspreidingsgebied uitbreidt. Langlopend onderzoek naar boommarters en waarnemingen met cameravallen tonen aan dat ze in steeds meer bosgebieden voorkomen.
Waar de soort op de Rode Lijst van Bedreigde Zoogdieren van 2009 nog als 'kwetsbaar' vermeld stond, is deze status op die van 2020 afgeschaald naar ‘thans niet bedreigd’.
Kenmerken
|
Lengte kop-romp: |
40-53 cm (staart: 23-28 cm) |
|
Gewicht: |
0,9-2,0 kg (het mannetje is tot 1,5 keer zwaarder dan het vrouwtje) |
|
Paartijd: |
juli tot half augustus |
|
Draagtijd: |
8-10 maanden |
|
Aantal jongen: |
1-5 |
Kenmerken
Lengte kop-romp: 40-53 cm (staart: 23-28 cm)
Gewicht: 0,9-2,0 kg (mannetje tot 1,5 keer zwaarder dan vrouwtje)
Paartijd: juli tot half augustus
Draagtijd: 8-10 maanden (verlengde draagtijd)
Aantal jongen: 1-5