Wild zwijn

Fauna

Foto gemaakt door: Wim Weenink

De nozem van het bos

Wilde zwijnen worden wel de nozems van het bos genoemd. Nozem betekent iets als ‘vrijgevochten en zelfbewust'. Wilde zwijnen struinen overal rond waar ze voedsel kunnen vinden, maar als ze onraad bespeuren zijn ze zo weer weg. Het Park heeft een populatie van ongeveer vijftig wilde zwijnen.

Geweren

Het wilde zwijn is een voorouder van ‘gewone’ varkens. De vrouwtjes, zeugen, leven met hun biggen en de biggen van het jaar ervoor in groepen (rotten). De biggen van het voorgaande jaar heten overlopers. De volwassen mannetjes, de keilers, leven alleen. Ze hebben flinke slagtanden, ook wel geweren genoemd. Die geweren blijven groeien totdat de keiler ongeveer vier jaar oud is.

Foto gemaakt door: Hans Drijer

Alleseter

Wilde zwijnen zijn alleseters, omnivoren dus. Ze eten onder andere eikels, kastanjes, wortels en knollen, maar ook wormen en larven. Soms staan er zelfs knaagdieren op het menu. Ze wroeten daarbij vaak in de bodem, op zoek naar alles wat eetbaar is. De omgewoelde grond kom je overal in het Park tegen en dan vooral in de herfst, als de zwijnen druk bezig zijn een vetreserve op te bouwen voor de winter.

Vooral ’s zomers hebben de zwijnen last van parasieten die zich in hun vacht nestelen. Daarom gaan ze vaak liggen rollen in modderige kuilen, om zich vervolgens, als de modder is opgedroogd, te schuren aan een boomstam. Door het schuren raakt het zwijn de modder, met daarin de gestikte parasieten, kwijt.

Rauschtijd

De paartijd van de wilde zwijnen heet de rauschtijd. Deze duurt van september tot maart. De biggen, ook wel frislingen, worden geboren tussen februari en juni. De meeste worden in maart geboren. Een zeug krijgt meestal vier tot zeven jongen tot een maximum van twaalf, net zoveel als het aantal tepels dat ze heeft. De biggen hebben horizontale strepen, hun vacht wordt dan ook wel pyjama genoemd. De strepen verdwijnen na drie tot vijf maanden.

Zeugen met jonge biggen slaan normaal gesproken op de vlucht als ze mensen bespeuren, maar in sommige gevallen kunnen ze zich agressief gedragen. Houd daarom altijd afstand en ga nooit tussen het moederzwijn en haar biggen in staan.

Zeug

Foto gemaakt door: Hans Drijer

Kenmerken

Gewicht mannetje: 60-160 kg
Gewicht vrouwtje: 50-130 kg
Lengte: 80-145 cm
Schofthoogte: 65-95 cm
Paartijd (rauschtijd): nov/dec/jan
Draagtijd: ca. 115 dagen
Aantal jongen: 1-10
Naam volwassen mannetje: keiler of beer
Naam volwassen vrouwtje: zeug of bagge
Naam jong: big of frisling
Naam eenjarig zwijn: overloper
      

Interessant voor jou