Vochtige heide

Landschappen

Vochtige heiden kent een begroeiing van gewone dopheide met mossen, grassen (met name pijpestrootje), biezen, zeggen en kruiden.

Algemeen

Vochtige heiden worden gedomineerd door dwergstruiken, daaronder een min of meer gesloten mosdek, met in de natste omstandigheden ook veenmossen. In oudere situaties en in pioniersstadia treden grasachtige sterk op de voorgrond.

Vochtige heiden komen in drie verschillende typen voor:
• De typische vorm met, ten opzichte van maaiveld, kortdurende hoge waterstanden;
• Het veenmosrijke type met, ten opzichte van maaiveld, langdurig hoge grondwaterstanden 
• Het orchideeënrijke type dat is gekenmerkt door zwakgebufferd grondwater dat tamelijk langdurig tot in de wortelzone doordringt. 

Waar in het Park?

In Het Nationale Park De Hoge Veluwe komt vochtige heide voor rond zure vennen, heideveentjes en slenken in het Deelense Veld. Het veenmosrijke type komt voor op Biesakker, in de laagte ten westen van het Deelense Was en zeer lokaal op de Bunt. De orchideeënrijke variant komt alleen voor in het lage gebied ten westen van de Deelense Was. Voorbeelden van de pioniergemeenschap van Moeraswolfsklauw en snavelbiezen zijn te vinden in de Bunt, Deelense Was, Wolfskuilen en Zuidvennen.

Wat groeit er?

De typische vorm vochtige heide wordt gekenmerkt door gewone dopheide en gewone veldbies. Binnen veenmosrijke vochtige heide komen soorten als beenbreek, veldrus, wilde gagel, sterzeggen en geoord veenmos voor. Bij het orchideënrijke type vind je soorten als de gevlekte orchis, heidekartelblad en liggende vleugeltjesbloem. 

In vochtige heide komen op kale bodems als gevolg van langdurige hoge waterstanden, intensieve betreding en plaggen ook moeraswolfsklauw, bruine snavelbies en kleine zonnedauw voor. 

Op de noordhellingen is de groeiplaats vochtiger en kunnen mosrijke situaties ontstaan met open rendiermos en rode en blauwe bosbes. Op de natste delen komt kussentjesmos en gewone veenbies voor. Hoewel grote delen van dit landschapstype vrij soortenarm zijn, kunnen er enkele (zeer) zeldzame soorten voorkomen zoals stekelbrem, kruipbrem, kleine en grote wolfsklauw en klein warkruid.

Bij stuifzandheiden zijn korstmosrijke begroeiingen met buntgras en ruig schapengras aspectbepalend, vergezeld van struikhei. Andere kenmerken zijn kruip- en stekelbrem en (struwelen) met jeneverbes. Op noordhellingen is het vochtiger en komen meer mossen voor. Op plaatsen zonder strooisel groeien alleen korstmossen. Grote delen van dit type zijn arm aan hogere planten. Niet-verzuurde en vermeste stuifzandheiden kunnen echter zeer rijk zijn aan korstmossen, zoals rijstkorrelmos, hamerblaadje, stuifzandstapelbekertje en doornig heidestaartje.

Wat leeft er?

Vochtige heiden vormen een belangrijk leefgebied voor verschillende soorten insecten en reptielen. De meest kenmerkende dagvlinders zijn heideblauwtje en gentiaanblauwtje.
Van de reptielen hebben adder en levendbarende hagedis een sterke voorkeur voor vochtige heide. Daarnaast zijn deze heiden een belangrijk onderdeel van het leefgebied van vogelsoorten zoals de roodborsttapuit en grauwe klauwier.

Beheer/onderhoud

Dit terreintype staat door vergrassing sterk onder druk en vaak is kleinschalig plaggen als herstelbeheer een goede maatregel. Daarbij moet worden voorkomen dat ondoorlatende bodemlagen worden doorbroken. Ook maaien in combinatie met extensieve begrazing is een goede methode om dit terreintype in stand te houden.

Cultuurhistorische waarde

Vochtige heide komt voor op de Bunt en in landgoed Hoenderloo voor op voormalige cultuurgronden. Op deze percelen zijn oude erfbeplantingen, relicten van gebouwen, schaapskooien of waterputten te verwachten. Zeker in voormalige landgoederen is het wenselijk om de vorm van de kavel herkenbaar te houden en bosopslag op deze kavels te verwijderen. Op het Deelense Veld moet rekening gehouden worden met sporen van Fliegerhorst Deelen en oude wegen, zoals de koningsweg Doorwerth – ‘t Loo en de Lijkweg.

Interessant voor jou