Algemeen
Nat schraalgrasland wordt veelal gevoed door toestroming van grondwater tot in de wortelzone of tot aan maaiveld. Goed ontwikkelde natte schraallanden zijn vooral rijk aan grassen en schijngrassen.Â
Nat schraalgrasland bestaat voor minimaal 60% uit een korte gesloten graslandvegetatie. Vooral voor de fauna is de aanwezigheid van structuur van belang. Het gaat dan om de overgang van droog naar nat en om de afwisseling tussen open en dichte begroeiing.
Waar in het Park?
In het Park is nat schraalgrasland alleen te vinden bij de Veentjeswei, bij Jachthuis Hubertus.
Wat groeit er?
De natte schraallande in het Park behoren tot de veldrusassociatie en de associatie van moerasstruisgras en zompzegge. Binnen dit type overheersen grassen en schijngrassen (zeggen en russen). Veldrusschraalgraslanden zijn rijk aan kruiden. In het Park komen enkele bedreigde soorten schaars of zeer zeldzaam voor, zoals rietorchis, gewone dotterbloem, waterdrieblad en moerasviooltje. Meer zeer algemene soorten zijn schildereprijs en veldrus.
Wat leeft er?
In de meeste natte schraallanden is het aandeel fauna beperkt. Voor vogels zijn deze gebieden alleen geschikt als ze een groot oppervlakte hebben. Met name de bloemrijke randen kunnen voor dagvlinders en andere bloembezoekers van grote waarde zijn als foerageergebied. In combinatie met drogere delen met Veld en schapenzuring en tormentil kunnen natte schraallanden geschikt leefgebied vormen voor soorten als bruine vuurvinder en aardbeivlinder.
Cultuurhistorische waarde
Nat schraalgrasland valt binnen de begrenzing van het Rijksmonument buitenplaats Sint Hubertus.