Zandverstuiving

Landschappen

Stuifzanden bestaan voor het grootste deel uit open zand met plaatselijk vegetaties van korstmossen en grassen. De bodem is droog, zuur en zeer voedselarm. Het (micro)klimaat op stuifzanden is extreem droog met grote temperatuurwisselingen.

Foto gemaakt door: Robbert Maas

Algemeen

Vanwege gebrek aan voeding in de bodem groeien er weinig vaatplanten. In de oudere stadia van het stuifzand zijn vooral mossen zoals ruig haarmos en vele korstmossen te vinden. Onbegroeide delen nemen in een goed ontwikkelde zandverstuiving een groot deel van de ruimte in. Deze delen zijn belangrijk voor de voortdurende verjonging van het stuifzandlandschap. Geleidelijk gaat er op het stuifzand ook heide, struiken en op den duur ook bomen (met name grove den) groeien.

Voor de fauna is een gevarieerde structuur erg belangrijk. Zo is de aanwezigheid van een enkele boom op een stuifzandbult van groot belang voor de kleine heivlinder en kan een omgevallen grove den broedgelegenheid bieden aan de tapuit. 

Waar in het Park?

Er zijn twee grote gebieden met zandverstuiving in het Park. Een ervan is het Oud-Reemsterzand met de Pollen en aansluitend het Deelense Zand. De tweede is het Otterlose Zand in het noordelijke deel van het Park.

Wat groeit er?

Stuifzanden zijn grotendeels onbegroeid, hoewel ze lokaal rijk kunnen zijn aan korstmossen. Van de hogere planten zijn het vooral de grasachtigen die weten te overleven onder de heersende, extreme omstandigheden. Buntgras is meestal de dominante soort. Daarnaast komen onder andere zandzegge, zandstruisgras en het zeldzame ruig schapengras voor. In goed ontwikkelde stuifzanden kunnen zeer rijke groeiplaatsen met korstmossen voorkomen met als meest kenmerkend soort stuifzandkorrelloof.

Wat leeft er?

Op de stuifzanden vind je verschillende soorten broedvogels, waaronder de duinpieper en de tapuit. De meest kenmerkende dagvlinder van stuifzanden, de kleine heivlinder, is inmiddels zeer zeldzaam geworden. Daarnaast komen onder meer soorten als heivlinder en blauwvleugelsprinkhaan voor.

Beheer/onderhoud

Om het open karakter van zandverstuivingen te behouden, en daarme de kenmerkende biodiversiteit, wordt bos en bosopslag verwijderd. Oude bossen en vliegdennen worden bespaard en blijven dus staan. Daarnaast wordt er soms geplagd om open zand te creëren.

Cultuurhistorische waarde

In stuifzandgebieden zijn relicten van stuifzandbestrijding te verwachten, zoals kribben in het Otterlose Zand, takkenrillen in het Oud-Reemsterzand en dennenstralen in de Eikenhoutbergen en de Deelense Start. In het zuiden van het Park liggen sporen van Fliegerhorst Deelen direct onder het maaiveld. Bodemingrepen of herstel van stuifzand zijn hier niet wenselijk, om te voorkomen dat archeologische waarden aangetast worden.

Interessant voor jou