Wetenschappelijke naam
Canis lupus
Wolven in het Park
De wolven die sinds 2021 in het Park rondlopen hebben al vele moeflons, edelherten, reeën, wilde zwijnen en kleinere dieren gedood. Het dier staat aan de top van de voedselpiramide, het is een zogenoemde toppredator. Dat zorgt ervoor dat de wolf een bijzondere positie inneemt en het Park er een standpunt over heeft ingenomen.
Onderzoek
Het Park doet verschillende onderzoeken naar kenmerken en het gedrag van de wolven die er verblijven, of werkt hieraan mee. Onder meer door wolven te zenderen en het DNA van wolven en hun prooien te (laten) analyseren.
Er is internationaal veel bekend over wolven, en inmiddels ook steeds meer over de Europese en Nederlandse wolf. Deze informatie staat hieronder. Daar waar we op basis van de wolven in het Park andere kennis hebben, wordt dat aangegeven.
Uiterlijke kenmerken
De wolf is de voorvader van de hond. Hij lijkt dan ook op sommige honden, maar er zijn verschillen. Wolven hebben een relatief grote kop met een breed voorhoofd en korte oren die verder uit elkaar staan dan bij een hond. Verder hebben ze een langere romp.
Ze hebben lange, krachtige poten, een brede borst en rechte rug, stevige nek en een korte snuit met spitse, rechtopstaande oren die wat afgerond zijn naar de top toe. De kop heeft veel kleurcontrast. De wangen hebben vaak een bleke onderkant met een herkenbare zwarte liprand. De oren hebben een lichte binnenkant met een donkere rand.
De volle, borstelige staart (met zwarte punt) hangt naar beneden en beweegt nauwelijks. De staart is ongeveer een derde van de totale lichaamslengte.
Gedrag
Wolven zijn sociale dieren. Ze leven in roedels die worden geleid door een alfapaar. De grootte van een roedel verschilt per regio en hangt sterk af van het voedselaanbod. In Europa komen zelden roedels voor met meer dan tien dieren.
De dieren kunnen overdag actief zijn, maar op plaatsen met veel menselijke activiteit zijn ze vooral ’s nachts actief. Ze kunnen zich snel, met een topsnelheid van zo'n 60 km per uur, over grote afstanden verplaatsen.
Wolven horen (hoge) tonen die mensen niet kunnen horen. Ze huilen om de roedel bij elkaar te houden, hun territorium af te bakenen, elkaar te vinden en om te communiceren over grote afstanden. Het huilgeluid lijkt op dat van grote honden. Als wolven boos of bang zijn kunnen ze grommen.
Van nature zijn wolven mensenschuw. Maar de afgelopen tijd is meermaals gebleken dat dit niet voor alle wolven geldt. Onder andere in het Park en op de Utrechtse Heuvelrug zijn meermaals mensen benaderd door wolven.
Paren en geboorte
Wolven zijn monogaam en kiezen meestal een partner voor het leven. De paartijd is doorgaans tussen februari en april en een paar heeft gemiddeld één nest per jaar. Na een draagtijd van ongeveer twee maanden worden vier of vijf (maximaal acht) welpen geboren in een hol. Het hol waar de jongen worden geboren kan door de ouders zelf gegraven zijn, maar ook een oud(e) dassenburcht of vossenhol zijn.
Na ongeveer zes weken zijn de jongen gespeend. Als ze twee tot drie maanden zijn, kunnen ze mee op jacht. Jonge wolven spelen graag en veel. Ze blijven een tot twee jaar bij de roedel. Tegen de paartijd van de ouders worden de tweejarigen weggejaagd omdat ze geslachtsrijp zijn.
Ook kunnen jonge wolven uit zichzelf de roedel verlaten om een eigen territorium te vinden en zich voort te planten. Ze zoeken dit territorium in de buurt van de ouderlijke roedel, maar kunnen ook honderden kilometers afleggen op zoek naar een eigen territorium. Wolven die op zoek zijn naar nieuw leefgebied worden ook wel zwervende wolven genoemd.
Voedsel
Een wolf heeft 2 tot 5 kg vlees per dag nodig. Maar het komt ook voor dat ze in een keer 10 kg voedsel eten en daar vervolgens dagenlang van leven.
De Universiteit Leiden heeft de ontlasting van wolven in Drenthe en op de Veluwe onderzocht. Hieruit blijkt dat het dieet van de wolf vooral uit reeën bestaat. Om iets over het voedsel van de wolven in het Park te kunnen zeggen, zijn de resultaten uit Drenthe interessant. In de nationale parken in deze provincie worden veel runderen gehouden voor begrazing, vergelijkbaar met de moeflons in het Park.
Bij 63% van de onderzochte uitwerpselen werd ree aangetroffen. Rund is de op een na meest aangetroffen soort (43%).
Resten van moeflons zijn in het onderzoek nauwelijks aangetroffen. Dat komt doordat deze dieren in Nederland weinig voorkomen en het Park, waar veel moeflons leefden, niet in het onderzoek is betrokken.
Wolven leggen soms grote afstanden af bij het achtervolgen en bejagen van groot wild, tot wel 60 kilometer per nacht. Ze proberen hun prooi uit te putten door het over grote afstanden te laten rennen. Er wordt soms gezegd dat wolven vooral jagen op oude, zieke of zwakke dieren en op jonge, onervaren dieren, maar de ervaring van het Park is anders. Ze hebben in 2025 in vier weken tijd zeven volwassen, kerngezonde edelherten aangevallen. Soms laten ze hun prooi halfdood achter omdat ze maar een beperkt aantal prooidieren opeten.
Met hun goede gehoor, reukzin en zicht kunnen wolven hun prooi gemakkelijk opsporen. Op een paar honderd meter afstand ruiken ze andere dieren. Ze hebben een grote zichthoek, waardoor ze het landschap gemakkelijk kunnen afspeuren.
Leefgebied
Wolven zijn habitatgeneralisten: ze kunnen in vrijwel elk landschap voorkomen. Maar ze hebben een voorkeur voor gebieden met een bosdekking van ongeveer 45%, zeker als het om voortplanting gaat. Ook moet er voldoende voedsel zijn, genoeg rustgebieden en geen concurrentie van andere wolven. De dichtheid aan wegen en de mate van menselijke activiteiten (kans op verstoring) spelen eveneens een rol. Verder hebben ze veel behoefte aan drinkwater omdat ze dagelijks lange afstanden afleggen.
De wolven in Nederland leven vooral in bosrijke natuurgebieden op de Veluwe, in Drenthe en op de Utrechtse Heuvelrug. Ook uit andere provincies komen regelmatig waarnemingen van (zwervende) wolven.
Internationaal wordt aangehouden dat wolven in territoria leven met een omvang van gemiddeld zo’n 200 km², maar dit geldt voor gebieden die weidser zijn en minder dichtbevolkt dan Nederland.
Wolven hebben geleerd om te overleven in gebieden waar mensen wonen, zolang deze gebieden maar voldoende voedsel en dekking bieden, en ze voldoende afstand kunnen houden tot mensen. In het Park en in andere gebieden in ons land is inmiddels anders gebleken: ze houden niet altijd genoeg afstand tot mensen.
Leeftijd
Wolven in het wild worden gemiddeld 6 jaar. Meestal worden ze niet ouder dan 9 jaar.
Beschermde of bijzondere soort
De wolf leefde ooit in vrijwel heel Europa. Ook in Nederland hoort de wolf van oudsher thuis, maar hij werd eeuwenlang intensief vervolgd totdat hij in 1881 is uitgeroeid. Wettelijke bescherming vanaf 1982 zorgde voor een geleidelijke terugkeer. Vanaf 2011 duiken wolven weer op in ons land.
De beschermingsstatus van wolven is onder de Conventie van Bern vanaf 7 maart 2025 gewijzigd van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’. Volgens de Europese Habitatrichtlijn zijn de dieren vooralsnog strikt beschermd.
Kenmerken
Gewicht mannetje: 20-80, gemiddeld 45 kg
Gewicht vrouwtje: 18-50, gemiddeld 40 kg
Lengte kop-romp: 80-160 cm
Lengte staart: 30-50 cm
Schofthoogte: 65-80 cm
Over het algemeen zijn vrouwtjes ongeveer 10 % kleiner dan mannetjes
Paartijd: februari-april
Draagtijd: ca. 2 maanden
Aantal jongen: 4-5
Naam jong: welp of pup